De Brouwerij Wielemans-Ceuppens


 

Lambert Wielemans en Constance-Ida Ceuppens, een brouwersdochter, treden op 14 november 1838 in het huwelijk en exploiteren een bakkerij-banketbakkerij totdat ze besluiten om zich in 1862 op de brouwsector te richten. Helaas overlijdt Lambert Wielemans op 15 mei 1863 en de kranige Constance-Ida vecht om het bedrijf te behouden en haar kinderen op te voeden. Haar zonen nemen het bedrijf van hun vader over.

In 1868 legt het gezin Wielemans zich toe op het eigenlijke bier brouwen in plaats van het verhandelen. Ze huren hiervoor de lokalen van de brouwerij Riche-Soyez, Nieuwlandstraat 65 in Brussel.

Op 6 november 1875 wordt een vennootschap onder firma opgericht ten overstaan van een notaris. De vennootschap bestaat uit Constance-Ida en haar zonen en draagt de naam Brouwerij Wielemans-Ceuppens.

De zaken gaan goed en de gehuurde lokalen worden te klein. Daarom besluiten de drie broers Edouard, Prosper en André in 1879 een stuk grond in Vorst te kopen en er een brouwerij-mouterij met bijgebouwen te bouwen, waaraan een fabriek op gas en een spoorwegverbinding met het Zuidstation worden toegevoegd.

Na het overlijden van hun moeder op 3 mei 1883 wordt er een nieuwe vennootschap onder firma opgericht door de drie broers, die de naam « Wielemans-Ceuppens » overnemen ter nagedachtenis aan hun moedige moeder. De zetel is gevestigd op Van Volxemlaan 104.

Van 1884 tot 1887 wordt de brouwerij opnieuw uitgebreid met het oog op de nieuwe bieren die op de markt zullen worden gebracht. De voornaamste grondstoffen zijn gerst, hop en water dat uit de putten komt die op het terrein van de brouwerij zelf zijn geslagen.

In 1889 huren de gebroeders Wielemans het café Métropole (gebouwd op de plaats waar daarvoor de Spaarkas stond) en later ook het Hôtel Métropole.

In 1890 wordt er nog een gebouw aan de Brouwerij toegevoegd, waarvan de blauwe steen en het bronzen motief van de vroegere Spaarkas afkomstig zijn.

In de welvarende jaren neemt de brouwerij deel aan internationale tentoonstellingen en wint ze grote prijzen.
De kinderen en de stichters werken voor de brouwerij, waaronder Léon die burgemeester van Vorst zal worden.
Het bier dat alleen verkocht wordt in vaten, wordt aan de klanten geleverd met door paarden getrokken karren (de Brouwerij bezit een honderdtal paarden) totdat de eerste gemotoriseerde vrachtwagen zijn intrede doet in 1910. De levering van bier in flessen wordt overgedragen aan de Compagnie Ringot, die naast de Brouwerij gevestigd is.


Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt de groei van het bedrijf aanzienlijk afgeremd maar snel na de oorlog floreert het weer, met name door de creatie van de "Stout" in 1920.
In 1922 wordt de Brouwerij Wielemans-Ceuppens een naamloze vennootschap die gevormd wordt door de familieleden.

In 1926 koopt het bedrijf het Hôtel des Acacias in Brussel.

In 1931 wordt voor het vijftigste jubileum van de Brouwerij de grootste brouwzaal van Europa, de "Wielemanstoren ", in gebruik genomen op de hoek van de Van Volxemlaan en de Luttrebruglaan, ontworpen door Adrien Blomme.

De nieuwe flessenfabriek waarmee een begin werd gemaakt omdat de concessieovereenkomst met Ringot niet verlengd werd, komt in het gedrang door de Tweede Wereldoorlog. De lokalen worden door de Duitsers gebruikt als farmaceutisch magazijn tot in 1942. De Brouwerij maakt een recessie door omdat de grondstoffen voor het bier in de eerste plaats gebruikt moeten worden om de bevolking te voeden (tarwe, maïs, suiker, enz.)

Van eind 1945 tot in 1971 worden activiteiten volledig hervat en worden nieuwe gebouwen toegevoegd met een verhoging van de nuttige oppervlakte tot gevolg.

De vennootschap had ook al de aandelen van de Brouwerij Marine opgekocht, die vervolgens de "Navy Scotch Ale", de "Navy Scotch Pale Ale" en de  "Christmas" laat registreren.

Na het overlijden van Léon Wielemans in 1975 gaan de zaken bergafwaarts en in 1978 koopt de Brouwerij Artois de Wielemansaandelen.

Ondanks een kapitaalverhoging in 1980 en een nieuwe brouwzaal in 1981, gaat het steeds slechter met de Brouwerij. De laatste Wiel’s wordt op 29 september 1988 in Vorst gebrouwen. De productie gaat naar Leuven. De fabriek gaat dicht na meer dan 100 jaar brouwactiviteit...

In 1989 voegen de laatste personeelsleden zich bij het personeel van de Brouwerij Piedboeuf in Anderlecht, Industrielaan, die later ook gesloten werd.

Enkele overblijfselen van de Brouwerij Wielemans konden gered worden, in het bijzonder dankzij de vereniging "La Fonderie", de vereniging "Présence et Action culturelle" en de "Geschiedenis- en Patrimoniumkring van Vorst".

wiels
 

Afdrukken