De Abdij van Vorst

In 1105 kreeg Fulgence, de abt van Affligem, de Sint-Denijskerk van Odon, de bisschop van Kamerijk, die toen over de regio heerste. Het jaar erop schonk de kasteelheer van Brussel, Franco d’Aa, een aangrenzend terrein aan Fulgence. Fulgence richtte een vrouwengemeenschap op, die behoorde tot de abdij van Affligem.

In 1238, na heel wat moeilijkheden en veel discussies, werd de priorij van Vorst onafhankelijk en in augustus 1239 werd de eerste abdis aangesteld.
De "Gemeenschap van Adellijke Benedictijnse Dames van Vorst" bestond uit adellijke en/of rijke nonnen die hun persoonlijke eigendommen overdroegen bij hun intrede in het klooster, waardoor de gemeenschap snel kon uitgroeien, onder andere door de aankoop van gronden of gebouwen in de naburige plaatsen…

Een abdijkerk werd al snel gebouwd op de plaats van de eerste kerk. In de 15e eeuw werd de kerk volledig herbouwd en was zij uitsluitend voorbehouden aan de nonnen. De uitdrukkingen  "Binne Kerke "(binnenkerk) en "Buite Kerke" (parochiekerk van Sint-Denijs) die voorbehouden was aan de Vorstse parochieleden, dateren van deze periode.

Die grote abdijkerk, die naast de huidige Sint-Denijskerk lag, stond op de plaats waar de speeltuin zich nu bevindt en strekte zich uit tot aan het Monument der Doden en de Brusselsesteenweg. Het klooster van de Abdij stond op de plaats waar nu de vierseizoenentuin ligt.

Ondanks haar grote invloed in de Zuidelijke Nederlanden, kende de abdij van Vorst zware tijden (oorlogen, epidemieën, verschillende bezettingen, branden, religieuze onrust,…) maar ook zeer voorspoedige tijden, met name onder aartshertogen Albert en Isabelle, in de eerste helft van de 17e eeuw.

Op 26 maart 1764 wordt een deel van de gebouwen door brand verwoest en gaan kunstwerken van onschatbare waarde in vlammen op.
Op 12 september van datzelfde jaar legt Karel van Lotharingen, Gouverneur der Nederlanden, de eerste steen van de nieuwe gebouwen die ontworpen waren door de eerste architect van het hof, Laurent-Benoît Dewez, die onder meer het Kasteel van Seneffe, de abdij van Heylissem en de vroegere abdij van Orval had ontworpen.

De periode van de Franse revolutie in 1789 en de daaropvolgende Franse bezetting was rampzalig voor de abdij: gigantische schulden, grote schade aan de gebouwen en de vlucht van de nonnen naar rustiger oorden.

In 1796 waren al de geloofsgemeenschappen  ontbonden en de eigendommen van de abdij werden afzonderlijk verkocht (verkoop van alle onderdelen van de kerk, verkoop van de andere gebouwen die voor verschillende industrieën (ververijen, spinnerijen, brouwerijen,…) werden gebruikt).

In 1964 koopt de gemeente Vorst de abdij en begint met de restauratie.

Ieder jaar in september, tijdens de middeleeuwse feesten, komt het rijke verleden van dit unieke geheel weer tot leven.


 

Afdrukken